Vijf bierblikjes, een volle Redbull, drie mondkapjes,
zestien peuken, een aansteker, zes sigarettenpakjes,
drie plastic flesjes, een dop, acht plastic zakjes,
een statiegeldflesje, vuurwerkresten, twee patatbakjes.
Het ligt op het gras, bij een boom, onder een haag,
langs de kant van de weg, het is een plaag.
Gewapend met handschoenen, grijper en sterke maag
maak ik mijn rondje en vorder gestaag.