In onze tuin
is hij heer en meester,
kent elke pluim,
alle paadjes
en ied’re heester.
Soms loopt ie
met in zijn bek een muis.
Meestal gooit ie die
nonchalant op de oprit
naast ons huis.
Verder doet hij
eigenlijk niet zoveel.
Meestal ligt hij
op een rustige plek
ergens op ons perceel.
Soms ontwaart hij
een concurrent.
Dan staart ie
met een dikke staart
tot die vertrekt. Met ons heeft hij inmiddels
leren leven.
Steeds vaker komt hij
een kopje geven.