Inmiddels heb ik de eerste dagen van het 100-100-100 project achter de rug. Zoals ik de vorige keer al zei hoop ik in deze 100 dagen vooral veel te leren. Dat lukt tot nu toe heel aardig.

Ik heb vooral veel geleerd over afval scheiden. In Zwolle kun je sinds dit jaar blik inleveren samen met het plastic afval. Dit geldt ook voor lege frisdrank- en zuivelpakken. Dat ruimt lekker op en mijn restafval bestaat nog grotendeels uit GFT.

Op het forum wordt druk gediscussieerd wat nu precies bij blik hoort en of je bijvoorbeeld het dekseltje van de zure room ook bij het plastic afval mag gooien. Gelukkig biedt Rova af en toe uitkomst en ja, het dekseltje van de zure room mag (in Zwolle!) bij het plastic.

Het blijft natuurlijk superjammer dat ik het GFT niet kwijt kan. Ik zie op het forum dat meer appartementsbewoners dat aankaarten, lijkt me iets dat je nu al uit dit project kunt concluderen en aanpakken.

De eerste 4 dagen moesten we steeds het aantal verpakking tellen dat je op een dag open maakte. Vooraf dacht ik wel dat dat er een stuk of 5 per dag zouden zijn. Het viel me tegen. De eerste dag ging nog wel (3), maar de 3 dagen erna waren het er steeds 8. Het leek wel of alles op was 🙂

Deze week fotograferen we het afval dat we produceren bij het maken van de warme maaltijd. Gisteren had ik een bakje chili sin carne over van zondag. In de magnetron, geraspte kaas erover en wat zure room erbij, klaar. Niet veel afval. Dat zal vandaag anders zijn.

In Amerika fotografeerde Gregg Segal gezinnen liggend tussen het afval dat ze in een week produceerden. Met dit project, 7 days of garbage, vraagt hij aandacht voor de gevolgen van onze levenswijze voor het milieu. Het zijn prachtige foto’s en de moeite waard om op je in te laten werken!