Veroordeeld in naam
van God, fatsoen, altijd
al zo geweest.
Zwijg ik, verberg me,
het scherpe verwijt
vrees ik het meest.
En zo ontken ik
eigen eigenheid
met pokerface.
Verzamel moed, ‘s avonds
spijt, ben als altijd
te bang geweest.
Veroordeeld in naam
van God, fatsoen, altijd
al zo geweest.
Zwijg ik, verberg me,
het scherpe verwijt
vrees ik het meest.
En zo ontken ik
eigen eigenheid
met pokerface.
Verzamel moed, ‘s avonds
spijt, ben als altijd
te bang geweest.