Vlakbij mijn huis is een grote parkeerplaats. Naast de parkeerplaats zijn drie camperplaatsen. Campers mogen daar drie dagen blijven staan. Er is niets. Geen water. Geen electriciteit. En toch staan er campers. Vrijwel altijd. Vaak met een Nederlands nummerbord. En ze blijven er rustig een paar dagen.

Steeds weer vraag ik me af: wat doet zo’n camper daar? Bij een camper denk ik aan kamperen. Op een leuk terrein, liefst ergens in het groen. Maar midden in de stad. Naast een overvolle parkeerplaats?

Doet me denken aan mensen die naast de snelweg in hun strandstoel auto’s gaan kijken. Thermoskan koffie erbij, lekkere koek en kijken naar wat er langs komt. Ze zitten middenin de uitlaatgassen, maar kennelijk deert hen dat niet.

Wat de campers betreft, ik zou het begrijpen als ze ’s avonds uit wilden. Als ze door de camper midden in de stad te zetten een overnachting in een hotel zouden uitsparen of zo. Maar dat lijkt niet het geval. ’s Avonds brandt er licht en zitten de campergasten lekker in hun camper naar de tv te kijken.

Bij een camper dacht ik altijd aan nieuwe werelden ontdekken. Landschappen zien. Nieuwe mensen ontmoeten. Je verbazen over wat je onderweg tegenkomt.

Ik dacht nooit aan overnachten naast een overvolle parkeerplaats. Aan kijken naar een kleine tv in een kleine ruimte. Dat kan toch comfortabeler in je eigen huis? Of mis ik nu iets?