De lente is begonnen. De lammetjes in de schaapskooi in het dorp trekken veel publiek. Nog wat wankel op hun pootjes en veilig in het midden tussen hun ouders, kijken ze nieuwsgierig in het rond. Midden tussen de schapen loopt een geit met een enorme sik.
Ook aan het weer kun je merken dat het lente wordt. De zon wint aan kracht. In de schaduw is het nog fris, maar je voelt dat dat binnenkort zal verbeteren.
Het ruikt lekker, de natuur begint uit te lopen. De narcissen schieten overal uit de grond. Het lijkt wel of iedereen er vrolijk van wordt. Heerlijk lente!
De plaatselijke schoenwinkel geeft het (wandel)weer een 7, een beetje karig wel, hoe warm moet het zijn voor ze een 9 geven? Warm is toch niet per se beter om te wandelen?
Toch heeft de lente hier ook wel een “maar”. Bij de boerderij vlak bij het dorp waar we vaak langs lopen op weg naar de bakker, stonk het ineens heel erg. Naar gier? “Niet meer dan een neus vol van nemen” zei mijn moeder dan altijd, maar zelfs dan was het verschrikkelijk vies.
De stank is nu gelukkig weg. De boer zal zijn land ermee bemest hebben. In “Andere Tijden” lieten ze een tijd geleden zien dat die gier tegenwoordig geïnjecteerd wordt waardoor het niet meer zo stinkt.
Ook andere boeren zijn aan het werk. Je hoort de zware machines. Ga je met de auto ergens heen dan zit je regelmatig achter een trekker, heel anders dan een maand geleden.
Het land, de natuur en de mensen, ze worden wakker. Het hoort bij de lente.
Wat leuk hé om zo de seizoenen daar mee te maken.
Ja, is genieten. Vanmiddag heerlijk in het zonnetje gezeten met paard vlakbij in de tuin (zonder hekje of zo). Kippen zaten al binnen, schijnt er allemaal bij te horen.