Café in de stad, zaterdagochtend,
Margriet dringt een latte met haar vriendin.
Norah Jones klinkt uit de boxen,
Maud van 3 speelt tussen de tafels in.
Een jongetje ontsnapt aan zijn ouders,
ongeveer 4 en aan de grote kant,
uit op haar servetje, ze draait zich om
en weert hem vastberaden af met haar hand.
Hij geeft niet op, is vastbesloten
haar te beroven van haar kostbare schat.
Ze zegt “ga weg”, probeert weg te lopen,
het helpt niet, ze duwt hem van zich af.
“Maud, niet slaan” zegt Margriet, “wees lief”.
Zo krijgt het joch helemaal vrij baan.
Maud kruipt huilend op schoot bij moeder en ziet
hem er met haar kleinood van tussen gaan.
Al was geweldloos verzet niet genoeg,
en ook al zag ze geen alternatief,
duwen was blijkbaar niet aan de orde.
Over 30 jaar moet ze net als moeder Margriet
naar cursus om assertiever te worden.