Ik zie
bordjes “sale”, “te huur”, “koop lokaal”,
“lezen helpt”, “lockdown, rise up”,
en “open voor afhaal”.
Ik zie
36 duiven die scharrelen op het plein,
ongestoord door de 4 voetgangers en
3 fietsers die op weg naar elders zijn.
Ik zie
koffie to go, een naakte etalagepop.
De winkelier achter de toonbank kijkt
vanaf zijn laptop niet eens meer op.
Ik zie
de bloemist die buiten een stand heeft
ingericht en de wijnwinkel hoefde blijkbaar
helemaal niet dicht.
Ik zie
de lokale onderneemster, ze lacht
naar mij, maar kijkt niet blij.
Het museum ligt er verlaten bij.
De tentoonstelling is verlengd,
online is hij open.