Je hebt van die dagen,
je schuilt voor de storm
met je ogen betraand door de wind.
Je kruipt in een hoekje,
de gekte van buiten
komt hard bij je binnen en wint.
Je staart uit het raam,
waar een spin in zijn web
aan een maaltijd van langpoot begint
en het slijm van een slak
maakt een spoor op de ruit
en de kat van de buren ligt buiten en spint.
Je ziet het en bent
door je eigen gedachten
en intern gedoe ziende blind.
Een hand op je arm
die je steunt en je snapt
en jou met al je zorgen bemint.
Je raapt jezelf op en zo komt het
dat langzaam, heel langzaam,
je rust in jezelf
en de wereld hervindt.