Begin van d’ zomer, het is weer de tijd
voor alom huis en tuin bedrijvigheid.
Het ganse dorp is voltijds aan de slag,
ze boren, zagen, de godganse dag.
Des dorps lawaaierige vlijtigheid,
het schuren, klussen, die activiteit,
voor mij ‘n ontzettend naar en hard gelag:
door zon en herrie raak ‘k geheid van slag.
Alwaar ‘n normaal mens van de zomer houdt,
geniet van warmte, vrij en zonneschijn,
verlang ik juist naar stilte, kou en wind.
Zodra het koeler wordt, de herfst begint,
is het gedaan met mijn zomers’ chagrijn:
de rust keer t’rug, het wordt weer lekker koud.